Delen is niet gratis
Goed nieuws voor de mensen die fan zijn van solidariteit: we delen tegenwoordig alles met elkaar; van heggenschaar en auto tot onze woning via Airbnb. Er is een nieuwe economie ontstaan: de deeleconomie. Je kunt je afvragen hoe nieuw die economie is want ging je ‘vroeger’ ook al niet naar de buurman om zijn ladder te lenen? En volgens Robert Vuisje in zijn boek Alleen maar nette mensen kun je in de Bijlmer op iedere straathoek een auto met ‘chauffeur’ vinden die je voor een paar euro naar het centrum van Amsterdam brengt. Delen dus. Dat doen we tegenwoordig graag en ik hoor en lees het ook in de taal die we in het zakenleven bezigen. ‘Ik wil graag even met je praten’ is vervangen door ‘ik wil graag wat met je delen’. Toegegeven, het klinkt een stuk gezelliger. Maar wat betekent het nou eigenlijk écht, delen?
Op Twitter en Linkedin zie ik regelmatig oproepen staan van mensen met een betaalde baan, meestal in de communicatie en/of innovatie, die op zoek zijn naar mensen die een ‘onvergetelijke leerervaring’ willen. Daarvoor mogen ze zonder betaling in geld een dag op een evenement staan of de PR van dit evenement verzorgen. Op zich is daar niets mis mee. Maar kan deze leergierige jongeling zich ook bij zijn huurbaas melden met de vraag of die huurbaas misschien een dagje mee wil lopen met hem om zo de huur te mogen betalen? Er gaat iets mis in deze op het eerste gezicht sympathieke manier van delen. En dat is het feit dat je de huur, de auto, de boodschappen niet kunt betalen met delen. Echt delen kan volgens mij alleen als de uitgangspositie van beide partijen gelijk of in ieder geval gelijkwaardig is. Dus ik heb een baan die mij salaris oplevert, ik huur jou in voor een dag werken op mijn evenement en ik betaal jou ook salaris.
En zo werkt het ook met het delen van ideeën. Een zelfstandig ondernemer leeft van zijn ideeën, zeker in de creatieve sector en bij alles wat online is. Stel, je komt als ondernemer met een idee voor een online concept bij een groot bedrijf dat al tientallen jaren bestaat en waar alles en iedereen via vastomlijnde processen en structuren werkt. Degene met wie je praat, pardon, je ideeën deelt, heeft een vaste baan en moet verantwoordelijkheid afleggen aan zijn baas, en die weer aan zijn baas en die weer aan de Raad van Commissarissen en/of de aandeelhouders. Jij zit daar als eenling, om je inkomsten, je pensioen en hopelijk nooit optredende uitval door ziekte, te verdienen. Dit doe je dus met jouw idee.
Degene met wie je dit idee deelt, heeft een totaal andere uitgangspositie en volledig andere belangen dan jij. En zonder enige vorm van geheimhouding, want we delen toch alles met elkaar, word je geacht jouw idee op tafel te leggen want zonder idee is er geen gesprek. Waarom is dit een scheve en onwenselijke situatie? Omdat je, op het moment, dat je je idee gedeeld hebt, hem kwijt bent. Jouw idee is voor degene met de vaste baan een van de vele ideeën die op een dag langskomt en die misschien blijft hangen,of misschien weer verdwijnt. Wat er met jouw idee gebeurt bepalen jullie niet samen. Jij hebt je idee gedeeld, maar je bent volledig afhankelijk van het toeval en de intentie van de ander.
Dus delen? Ja! Maar dan wel eerlijk zoals we het vroeger van onze moeder moesten doen. En niet zelf dat grotere stukje chocola nemen maar deze gewoon aan je broertje geven.