Slide background

Met de fiets naar de burgermeester

“Ik weet dat ik als een oude zak klink als ik zeg dat het toen allemaal anders was maar het is echt zo. Natuurlijk, er waren geen computers, geen mobiele telefoons maar het echte verschil met nu zit hem voor mij in de manier waarop we toen met elkaar omgingen: veel formeler maar ook gemoedelijker. Ja, ja, daar hoor je opa praten; ‘vroeger was alles beter.’ Dat zul je me niet horen zeggen maar ik meen het als ik zeg dat we nu volgens mij allemaal een stuk gejaagder zijn. Er is minder tijd voor elkaar. Ik zie mijn kinderen die volop met hun carrière bezig zijn de godganse dag met hun mobieltje in de weer. Een gesprek met ze voeren zonder onderbrekingen door berichtjes en mailtjes is niet mogelijk. Als ik daar wat van probeer te zeggen, krijg ik als antwoord dat het ‘even moet want het is heel belangrijk’. Dat zal best maar ik kan me er iets bij voorstellen dat als iedereen zo denkt er niemand is die zijn aandacht nog echt bij een ander kan hebben.

Mijn kindertijd

Als kind droomde ik van verre reizen en vreemde talen. Mijn ouders runden een klein hotel en soms kwamen er gasten uit Amerika slapen. Ik probeerde die dagen dan heel stilletjes mijn werk te doen zodat ik ze ’s avonds in het restaurant stiekem kon bespieden. Alleen die kleren al die de dames droegen. Heel anders dan de vrouwen die je bij ons in het dorp op straat zag lopen. In die tijd was het heel normaal dat je als kind van middenstanders na schooltijd mee hielp in de zaak. Ik heb dat nooit vervelend gevonden. Behalve als het kermis was op het plein voor het hotel. Daar ging ik ook graag heen maar ik moest altijd als eerste van mijn vriendjes naar huis. De bar was met dat soort dorpsfeesten stampvol dus ik moest ook aan de bak. Mijn ouders hebben mij en mijn broers en zussen goed betaald voor ons werk en daardoor kon ik op mijn zestiende voor het eerst een verre reis maken, helemaal naar Parijs. Ik keek mijn ogen uit daar. Dat was nog eens wat anders dan Lochem.