Slide background
Slide background
Slide background
Slide background

Vrolijke gezichten op bezorgde mensen

Op het middagjournaal is de oorlog in Syrië een van de belangrijkste onderwerpen. Ik denk aan de middag die voor me ligt, drink mijn thee op en zet de televisie uit. Al die ellende en narigheid; ik heb er genoeg van. Als ik die beelden echt tot me door laat dringen, ga ik vast huilen. Dat is niet handig omdat ik haast heb om op tijd bij mijn afspraak in Arnhem te zijn. Onderweg in de auto erger ik me aan de troep in de berm. Ik denk aan de beelden van Aleppo waar complete wijken in puin zijn veranderd. Daar is geen berm meer.

Rond 13.00 uur kom ik aan bij het AZC (Asielzoekerscentrum) in Arnhem. Het gebouw ziet er sober en doelmatig uit. Tja, het is hier ook geen Holiday Inn., hoewel iedereen die hier komt na een korte tijd weer vertrekt. Mensen die naar Nederland komen, blijven gemiddeld tien dagen in een AZC. Tijdens deze periode wordt hun zaak behandeld en zijn de dagen gevuld met onderzoeken, interviews en wachten, veel wachten. De Vrolijkheid brengt in alle 23 centra afleiding en gezelligheid voor de tijdelijke bewoners. Ik ben hier vandaag om mee te helpen met een workshop cupcakes maken.

Linda is de coördinator van het AZC en zij organiseert iedere woensdagmiddag iets leuks voor de kinderen en hun ouders. Jaïr is er ook bij. Als eerstejaars student SPH (Sociaal Pedagogische Hulpverlening) voelt hij zich hier als een vis in het water. Hoeveel deelnemers er komen, weten ze niet. De ene keer zijn het er zes, de andere keer 60. Ik hoop op iets er tussen in. Een jonge meid meldt zich bij Linda. Ze is vrijwilliger geworden nadat ze de Vrolijkheid bij het programma Koffietijd heeft gezien. Ze stort zich op de tafels die vol komen te staan met keukengerei en vrolijke versieringen.

Daar komen de eerste deelnemers aan. Een vrouw met twee kleine kinderen. Ze pakt een kom met deeg waar nog eieren in moeten. Dat is een perfect klusje voor haar dochter van vier. Ik vraag haar of het de eerste keer is dat ze mee doet met een middag zoals deze. Vorige week was ze er ook, ze zijn hier nu precies een week. Ik merk op dat ze goed Engels spreekt. Ze vertelt me dat ze lerares Engels is in Syrië. Haar naam is Aisha. Er zijn inmiddels meer kinderen binnen gekomen. In de deuropening staan een paar mannen die alles nieuwsgierig gade slaan. ‘Kom er maar in’, zegt Linda. Even later zitten ze met een kopje thee op de knalroze banken naar de vrolijke boel te kijken. De teller staat inmiddels op acht kinderen en vier volwassenen.

Ik zit weer met de Engelse lerares aan tafel en maak een olifantje van rood en geel marsepein. Ik vraag haar waar ze vandaan komt. Aleppo. Ze werkt daar op een school maar alle scholen zijn daar nu dicht. Haar man had een winkel die door de al het geweld is verwoest. Ze vertelt dat ze om 17.00 uur haar advocaat moet bellen. Die gaat haar vertellen of ze, voorlopig althans, mogen blijven. We hebben een bord vol met cupcakes gemaakt.

Een heerlijke geur verspreidt zich door de kleurige ruimte. De eerste cupcakes zijn klaar. Het versieren kan beginnen. De kinderen leven zich uit met spikkels, kleurtjes en gekke vormen. Ik merk op dat de cupcakes niet zo stevig zijn. Ze ruiken en smaken mierzoet. Is er soms iets mis gegaan met het beslag? Suiker, bloem, eieren, in de juiste verhouding. Hoe simpel kan het zijn? Niet simpel genoeg want ik blijk de boosdoener te zijn. Ik heb vijftig gram bloem gebruikt in plaats van honderdvijftig. Oeps, sorry!

Blijkbaar valt de schade mee want er staat inmiddels een grote schaal op tafel met de meest uitzinnig versierde cupcakes. Linda tovert een stapel medailles te voorschijn. Ieder kind krijgt een medaille vergezeld met een daverend applaus. Vaders, moeders en groter broers zijn ook aangeschoven. Aisha kijkt op de klok. ‘Bijna vijf uur’, zegt ze. Haar zoontje neemt een grote hap van de cupcake die zijn zusje versierd heeft met roze en blauwe spikkels.